Cultuurvisie Gemeente Zaanstad

Sinds september 2018 heeft DCK in opdracht van de gemeente Zaanstad de cultuurvisie ontwikkeld, waarbij de besluitvorming en het betrekken van de gemeenteraad volledig anders is georganiseerd.

Een opdracht die naast onze inhoudelijke deskundigheid ook een flink beroep doet op onze creatieve vaardigheden om het gehele proces rond de totstandkoming van de cultuurvisie in te richten, samen met een ambtelijke werkgroep van de gemeente Zaanstad. Johan Boonekamp en Paul van Oort zijn als creatieve krachten van de Creatie Krachtcentrale aan de slag gegaan.

Voor ons is het een enorme uitdaging om dit gehele traject te begeleiden, waarbij de cultuurvisie als eerste grote dossier in de ‘omgekeerde besluitvorming’ en betrokkenheid van de gemeenteraad tot stand gebracht moet gaan worden. Hoe doe je dat nu precies en wat is je rol als consultant in dit traject. Waar ben je van de inhoud, wanneer van het proces en hoe denk je mee over het draagvlak en de besluitvorming? Wie heeft dan welke rol, zowel ambtelijk, het college, als de gemeenteraad?

Radicale transparantie

We hebben stadsgesprekken gevoerd met organisaties, instellingen en individuen die betrokken zijn bij de Zaanse cultuur. In de gesprekken hebben we gevraagd naar wensen, behoeften en knelpunten. In deze sessies hanteerde we de principes van appreciative inquiry (waarderend onderzoeken, waarbij je vertrekt vanuit het positief waarderen van wat er is (iszt) en vanuit daar onderzoekt waarheen je kunt bewegen (soll).

Vanuit deze brede inventarisatie hebben we 36 denklijnen gedestilleerd die te groeperen zijn op 5 hoofdlijnen. Deze Hoofdlijnen vormen het ‘Verhaal van de stad’ en de denklijnen vormen de basis voor de toekomstige cultuurvisie. Een en ander kwam tot stand in nauw overleg met een klankbordgroep van de gemeenteraad, met de wethouder cultuur en met een ambtelijke werkgroep.

Afgelopen 13 december hebben we aan de gehele gemeenteraad van Zaanstad onze tussenstand gepresenteerd, waarbij ons vele complimenten werden toebedeeld door een gemeenteraad die op het gebied van cultuur nog geen half jaar geleden op zijn minst zeer kritisch was ten aanzien van het dossier cultuur. Een herdefinitie van cultuur, opgebouwd vanuit de input van bevolking. Een belangrijke stap voor draagvlak voor de cultuurvisie, die daarna vertaald gaat worden naar concreet beleid.

De gemeente Zaanstad heeft een ingewikkelde historie rondom cultuur; het afblazen van het Cultuurcluster (Cultuurcomplex direct naast het station), op basis van een referendum in de stad, lijkt door dit intensieve traject om te slaan naar positivisme over de rol die kunst & cultuur in de Zaanse samenleving kan innemen.

Wethouder Sanna Munnikendam

In dit traject werken we  samen met een ambtelijke werkgroep, de klankbordgroep van de gemeenteraad, maar ook op bestuurlijk niveau met de wethouder van Cultuur, Sanna Munnikendam. In nieuwsblad de Zaankanter gaf Sanna Munnikendam aan hoe zij het proces tot nu ervaart en wat ze ervan heeft opgestoken. Dat Sanna Munnikendam ambitieus is, met betrekking tot de cultuurvisie, kun je zien in de film ‘ dit is wethouder Sanna Munikkendam’, gemaakt door de gemeente Zaanstad.

 

 

CULTUURVISIE (uit de Nieuwsblad de Zaankanter van 13 december 2018)

Munnikendam: ‘Het is een spannend en tegelijk heel open proces. Aan het begin van de nieuwe raadsperiode is er afgesproken dat de gemeenteraad zo vroeg als mogelijk bij besluitvorming betrokken wordt. Niet dat het college met betrekking tot het cultuurbeleid zegt: Dit is het, slikken of stikken. Op de raadsvergadering waarbij het kredietbesluit voor het cultuurcluster is ingetrokken, heb ik de opdracht gekregen om met iedereen die dat wil in gesprek te gaan om tot een breed gedragen cultuurbeleid te komen. Het is de bedoeling dat we aan het einde van het traject alle vragen hebben gesteld en zoveel mogelijk groepen hebben gesproken. We zijn dus vooral bezig met het ophalen van wensen van cultuurorganisaties en -gebruikers.

Er zijn gesprekken gevoerd met jong en met oud. We zijn de wijken ingegaan. En daarnaast hebben we ook geluisterd naar mensen die normaal niet bij cultuur betrokken zijn. Er is een klankbordgroep van raadsleden opgericht zodat we elkaar onderweg niet kwijtraken. Er is een online-enquête en er zijn drie brede bijeenkomsten geweest, bewust op verschillende plekken: in De Tulp in Peldersveld, in de oude Honigfabriek in Koog aan de Zaan en in het Wapen van Assendelft.’

‘Uit de getekende opbrengsten blijkt dat er behoefte is aan een lange termijnvisie, aan een echt cultuurbeleid voor én vooral ook van de stad, niet alleen van de gemeente. Men ziet het als een bevestiging van de eigen identiteit, benadrukt dat de cultuureducatie op school hoort, dat kwaliteit belangrijker is dan bezoekersaantallen. Men stelt voor om speciale talentklassen op te richten, zoals ook voor de topsport is gebeurd. Het belang van buurthuizen en amateurverenigingen als sociale basis wordt onderkend. In het algemeen vindt men dat cultuur dicht bij huis bereikbaar moet zijn, het liefst op loopafstand. Er is ook duidelijk behoefte aan minder regelgeving bij evenementen.’

‘Zaanstad is een langgerekte gemeente met veel dorpen en de stad Zaandam. Men is heel erg betrokken bij de eigen kern. Wil ook graag iets van cultuur dicht in de buurt hebben. En dat hoeft niet direct iets heel groots te zijn. Tegelijkertijd is men er trots op Zaankanter te zijn. De industrialisatie begon hier eerder dan in Amsterdam. Dat cultureel-historisch erfgoed wordt door de Zaankanter gekoesterd. Het leeft echt.

Ik ben bij alle drie de avonden geweest en het is duidelijk dat er heel veel particuliere initiatieven zijn, veel verenigingen ook. Het bruist echt in Zaanstad. De professionele organisaties doen het ook goed, hebben bestaansrecht. Én kleine, lokale cultuur én iets groots overkoepelend. Ik hoorde veel dat er meer geld naar cultuur moet. Een stad die investeert in sport, in cultuur en onderwijs, is een stad waarmee het economisch beter gaat. Er wordt vaak gedacht dat cultuur elitair is, maar wanneer je investeert in cultuur, investeer je ook in jongeren. Het is goed tegen laaggeletterdheid, tweedeling. Een enorm bindmiddel, zoals het in de Honigfabriek heel treffend werd gezegd. Je moet prettig wonen in je woonplaats, er leuke dingen kunnen doen. Verwonderen en leren, al van jongs af aan, dat vind ik belangrijk.’